SLUIT MENU

Geert Janssens (ETION): “Mensen worden ondernemer binnen de onderneming”

Hoe de arbeidsmarkt er zal uitzien? Ook Geert Janssens, hoofdeconoom bij ETION, heeft geen glazen bol, al heeft hij wel een aantal mogelijke scenario’s uitgewerkt die worden aangevuurd door technologische veranderingen. De flexibilisering van de arbeidsmarkt ziet hij niet meteen, al pleit hij wél om via participatief ondernemen de mentale flexibiliteit te vergroten.

Geert Janssens, hoofdeconoom bij Etion, heeft alle data en statistieken nog vers in het hoofd als we hem bellen. Hij had de cijfers nodig voor zijn nieuwe boek dat begin 2019 in de rekken zal liggen en waarin hij een aantal mogelijke scenario’s voor de toekomst van onze arbeidsmarkt bestudeert. De digitalisering speelt in die scenario’s een hoofdrol. “We evolueren naar een andere  arbeidsmarkt”, klinkt het duidelijk. “We moeten niet allemaal programmeurs worden, maar wel leren om sneller de context te zien, anders te werken, meer gericht te zijn op zelfsturing, en flexibeler zijn ook – niet noodzakelijk in onze arbeidstijd, maar zeker in onze mentale flexibiliteit. Je moet je kunnen aanpassen, moet kunnen samenwerken met machines…”

Hij heeft het over hoe cobotisering en robotisering vooral zorgen voor andere jobs. En, daar bestaat veel literatuur rond, over hoe technologie kan leiden tot een meer gepolariseerde arbeidsmarkt met de midden geschoolden als verliezers. Bovendien, merkt hij op, brengt de schaarste geen soelaas. Integendeel: ze zou wel eens de motor kunnen zijn van versnelde investeringen in technologie.

Flexibilisering

Wat Geert Janssens níet terugvindt in de data, is een hoge vlucht van flexibele werkvormen zoals freelance en gig-economie. “Een aantal jaar geleden, bij de heropleving van de arbeidsmarkt in 2012-2013, zagen wij op een bepaald moment in België een evolutie naar flexibilisering: de jobs die erbij kwamen, waren vaak deeltijdse jobs, vaak ook uitzendwerk, seizoensarbeid, en veel precaire statuten. Er werden toen relatief weinig van die jobs omgezet in voltijdse, vaste arbeidscontracten”, kijkt hij even terug in de tijd. “De evolutie die we toen zagen, heeft zich niet doorgezet. De laatste paar jaar zien we zelfs opnieuw meer vaste contracten. Dat heeft ook te maken met de krapte, waardoor bedrijven toch proberen mensen zo snel mogelijk aan zich te binden om in elk geval de nodige talenten en skills in huis te hebben. In alle data die ik heb bekeken  – en ik heb in het kader van het boek wel heel wat data gezien – is geen hard bewijs te vinden voor een flexibilisering van de arbeidsmarkt.”

Maar dat wil niet zeggen dat platformwerk niet op zijn radar staat. De gig economy, die pas kon ontstaan dankzij de technologische vooruitgang die de platforms mogelijk maakte, heeft duidelijk impact in een aantal sectoren, zegt Geert Janssens. Alleen, in ons land heeft dat nog niet geleid tot een groter aandeel van flexibele jobs, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de VS.

Overigens wil Geert Janssens wel vraagtekens plaatsen bij de hoeraberichten die vaak rond die platformeconomie te horen zijn. “Je kan werken wanneer het uitkomt, kan van thuis werken, kan creatief zijn…: men stelt het heel positief voor. Aan de andere kant is er het probleem van het statuut: als ik op afroep moet werken, als ik gemonitord word tijdens mijn werken, als men mijn productiviteit en mijn succesratio gaat meten en benchmarken, ben ik dan nog een zelfstandige? Of ben ik dan niet eerder  iemand in de fabriek zoals in de films van Charlie Chaplin? Dat is het grote gevaar bij de mooie idylle: door de krachtige technologie wordt die zelfstandige haast de slaaf van de machine die de KPI’s bijhoudt…”

Een apart statuut, dan? “Ik vrees dat we dan iets gaan hebben dat het slechtste van twee werelden is: dag en nacht beschikbaar zijn zoals een zelfstandige, de mindere sociale bescherming zoals in het geval van een zelfstandige, maar geen loon naar werken. Dat is het gevaar van een apart statuut.”

Boter bij de vis

In de huidige krappe arbeidsmarkt hoogopgeleide mensen aan zich binden én bovendien van hen verwachten dat ze mentaal flexibel zijn en de transformatie mee gaan ondersteunen: het wordt een hele uitdaging voor ondernemingen. “Bedrijven moeten meer vragen van hun mensen, en zullen dus ook meer moeten teruggeven. Boter bij de vis: daarom zijn we ook voorstander van werknemersparticipatie. Het is noodzakelijk geworden om mensen te laten delen in de winst, via een CAO90-bonus, maar waarom ook niet via de winstpremie of door hen aandeelhouder te maken. Dan zijn werknemers ook eigenaar en denken ze mee in functie van de transformatie die je doormaakt. Hoe meer eigenaars, hoe sneller die transformatie kan gemaakt worden, want des te groter is de mentale flexibiliteit die nodig is. Mensen worden ondernemer binnen de onderneming. Ze kunnen nog altijd werknemer zijn, maar krijgen wel de ruimte om met nieuwe ideeën, nieuwe bedrijven, nieuwe producten te komen.”

Wilt u de boeklancering bijwonen? Alle informatie en aanmelden hier: https://etion.be/activiteiten/boeklancering-waardevol-werkloos

Freelance journalist. Doet van horen, zien en schrijven over o.a. HR en de arbeidsmarkt. Bekijk alle berichten van Timothy Vermeir